Voor de ouder wordende mens wordt voeding voor de kwaliteit van het leven steeds belangrijker. Tijdige optimalisering van voeding zorgt voor het uitstellen van het risico op ondervoeding.
Ondervoeding komt voor bij één op de drie ouderen die thuiszorg hebben. Doordat er vaak sprake is van meerdere ziekten kan er een disbalans ontstaan tussen de inname en behoefte aan voedingsstoffen. Soms is er niet voldoende voeding beschikbaar voor inname door bijvoorbeeld problemen met boodschappen doen en koken of een slechte kwaliteit van voeding, maar ook een verminderde eetlust en kauw- en slikproblemen kunnen meespelen. Ziekte of de behandeling van ziekte (medicatie, operatie) kan de eetlust negatief beïnvloeden, maar ook depressie en verlies van partner hebben invloed, net als het ontbreken van gezelschap tijdens het eten. Bij de ouder wordende mens zijn er vaak verscheidene factoren en problemen tegelijkertijd aanwezig die de inname van voeding belemmeren, met gewichtsverlies en functieverlies tot gevolg.
Ondervoeding kan leiden tot een verminderde spiermassa, met als gevolg een afname van de algehele conditie en functioneren. Bovendien vermindert dan de hart- en longcapaciteit. Daarnaast is er sprake van afname van de weerstand tegen ziekten en van wondgenezing. Hierdoor heeft de kwetsbaar ouder wordende mens een hoger risico op decubitus, neemt de kwaliteit van leven af en is sprake van een verhoogde kans op overlijden.
Het is belangrijk om tijdig in te zetten op voldoende voeding en beweging zodat de ouder wordende mens zo lang mogelijk zelfstandig de dagelijkse activiteiten kan blijven doen, zoals koken, boodschappen halen, opstaan uit de stoel en zelf aankleden.